HOP is gewoon gebruik

HOP is vorm van recreatie volgens de Raad van State

Vanwege het kortstondig recreatief karakter noemen wij het gebruik van een HOP-terrein, b.v. grenzend aan een verzorgingsplaats, in het privédomein van de groenbeschutting, als HOP op goede gronden “HOP-recreatie”, temeer daar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State immers reeds bepaald heeft dat gebruik als HOP niet in strijd is met de recreatieve bestemming van een gebied (ECLI:NL:RVS:2000:AA9528 d.d. 13 juni 2000, inzake de “Scheveningse bosjes” te Den Haag). De Afdeling oordeelde dat gebruik als HOP past binnen de bestemming “Bospark” als gevolg van het bestemmingsplan:

“2.5.3. Er is geen grond voor het oordeel dat het gebruik van het park, inclusief “de 72 trapjes”, door welke groep personen dan ook, als plaats om elkaar te ontmoeten en om aldaar te recreëren, in strijd is met de bestemming. Anders dan de rechtbank moet worden geoordeeld dat niet valt in te zien dat door het bij de aanwijzing beoogde gebruik als homo-ontmoetingsplaats een inbreuk wordt gemaakt op het openbare recreatieve karakter van het bospark. Dit gebruik is niet zodanig ingrijpend dat de openbare toegankelijkheid van het park wordt beïnvloed op een wijze die afbreuk doet aan de bestemming.”

Dit medegebruik van een recreatieterrein als “HOP-recreatie” wordt ook onderschreven in de eerder geschreven studie: “Homoseksualiteit als recreatievorm. ’t Is maar wat je onder recreatie verstaat…”, van drs. R.C. Essers (Nijmegen, 1994) na aanleiding  van een verzoek van Het Recreatieschap de Berendonck te Wijchen.

In het Beoordeling beschermde soorten Berendonck te Wijchen, Quick scan in het kader van de Flora- en faunawet opgesteld door Bureau Waardeburg bv op 9 november 2006 staat vermeld dat: “In sommige delen van dit gebied vindt extensieve recreatie plaats in de vorm van badende naturisten, cruisende homo’s en vissers.” En verder: “Het zuidoostelijk gedeelte van Berendonck is momenteel slecht ontsloten en wordt extensief gebruikt. Delen van dit natuurgebied worden gebruikt als homo-ontmoetingsplaats en als recreatiegebied voor vissers en naturisten. Deze zorgen voor een zekere mate van verstoring.”

Deze quickscan onderschrijft de hierboven aangehaalde uitspraak van de RvS dat HOP recreatie gewoon medegebruik is, maar dan vanuit de natuur beheers invalshoek.

Ook navraag bij de provincie Limburg heeft uitgewezen dat het gebruik van de HOP óók binnen het privé domein van de groenbeschutting géén nadelige gevolgen voor de natuur heeft en dat met name in een Natura 2000 gebied.

Hiermee is het gebruik van het openbare domein met inbegrip van het privé domein van de groenbeschutting als homo-ontmoetingsplaats gelegaliseerd.

Gewoon gebruik
Wanneer een HOP niet is ingepast door de gemeente, provincie of overheid dan is er sprake van normaal feitelijk medegebruik met een opgebouwd gewoonte recht, dat gerespecteerd dient te worden.

Als gevolg hiervan in HOP gebruik als gewoon gebruik te kwalificeren en heeft de overheid dat gebruik gewoon te dulden en dat niet mag worden beperkt. (Hoge Raad: 17-01-1941, NJ 1941, 644: Parlevinker; d.d. 22-07-1973, NJ 1973, 503: Hengelsport; d.d. 05-06-2009 ECLI: NL:HR:2009:BH7845 Standplaats).

Daarbij komt dat: overlast niet de juiste duiding is want het heeft eigenlijk meer te maken met enige hinder effecten én die vallen buiten APV-verordeningen en de daarmee samenhangende ontmoedigingsmaatregelen en daaruit voortvloeiende sancties. Volgens vaste jurisprudentie is enige mate van hinder niet onrechtmatig en dus ook niet nastrevenswaardig: (ECLI:NL:RVS: 2006:AY7566 d.d. 06-09-2006 en ECLI:NL:RVS:2010:BL7722 d.d. 17-03-2010).

Immers om overlast aan te kunnen tonen, dient die aan de hand van in de gezagsdriehoek vooraf opgestelde criteria gemonitord worden, m.a.w. tot welk punt is er sprake van hinder en wanneer begint de overlast?