Meer homogeweld en veel zaken komen niet bij Openbaar Ministerie terecht

Uitgescholden, bespuugd of zelfs zwaar mishandeld worden puur en alleen vanwege je geaardheid. De incidenten van anti-homogeweld in ons land blijven zich nog altijd opstapelen. Ondanks de verontwaardiging en politieke veroordeling die op ieder incident volgt, lijkt het maar niet te veranderen. Het COC, de organisatie voor homorechten in Nederland, pleit vandaag om die reden voor een ommekeer in de aanpak van geweld tegen LHBTI’s. “Het moet nu echt anders en beter”, aldus het COC.

De belangenorganisatie gaat het gesprek aan met minister Grapperhaus (VenJ), waarbij een pakket van maatregelen wordt voorgesteld. Zo zou er onder ander verplicht aandacht moeten komen voor homodiscriminatie op de politieacademie en moet het Openbaar Ministerie hogere straffen eisen.

Aantal meldingen anti-homogeweld groeit
Ruim zeven op de tien LHBTI’s krijgen in hun leven te maken met fysiek of verbaal geweld, puur om wie ze zijn. En dat heeft vergaande gevolgen: zes op de tien past om die reden zijn/haar gedrag in het openbare leven aan te passen, uit vrees voor geweld. Zo zoenen ze bijvoorbeeld niet meer in het openbaar of lopen ze liever niet hand in hand. De afgelopen jaren groeide het aantal meldingen van anti-homogeweld en discriminatie flink. Zo werden er in 2009 nog 428 meldingen geregistreerd, in 2016 groeide dit aantal naar 1295.

Maar ondanks een toename van het aantal meldingen volgt slechts in een fractie van de gevallen vervolging. Het COC concludeert dat er gemiddeld slechts 16 zaken op jaarbasis terecht komen bij het Openbaar Ministerie. Dit resulteert ieder jaar in ongeveer zeven veroordelingen door een rechter. In de meeste gevallen bestaat die veroordeling uit een geldboete (300 a 400 euro) of een taakstraf (30 tot 60 uur). Bovendien komen lang niet alle zaken bij het Openbaar Ministerie terecht. Uit cijfers blijkt dat de politie in slecht een kwart van de gevallen discriminatiezaken doorstuurt naar het OM. Gebrek aan bewijs is de belangrijkste reden hiervoor. “Wij maken ons daar grote zorgen over. Het kan slachtoffers het gevoel geven dat een aangifte toch niets uithaalt en dus negatieve gevolgen kan hebben voor de aangiftebereidheid”, zegt het COC.

Veel impact op de slachtoffers van homogeweld
Sheldon werd afgelopen jaar slachtoffer van homogeweld. Nog dagelijks heeft hij last van de gevolgen. Na een avondje uit in de Reguliers Dwarsstraat in Amsterdam worden hij en zijn vrienden plots aangesproken. “Jullie homo’s moeten doodgaan. Waarom zijn jullie gay?”, zou er zijn geroepen. Eén van de jongens ving een telefoongesprek op van de man die hen uitschold. “Ik hoorde hem bellen met iemand: ‘Er is hier een gay die een grote bek heeft. Waar zijn jullie?” De jongens negeerden de tirade en vervolgden hun weg richting de Dam. Daar worden ze opgewacht door een groepje mannen. Vanuit het niets werden er plotseling flinke klappen uitgedeeld. Tegen de drie verdachten heeft het Openbaar Ministerie celstraffen geëist van achttien maanden en vier en vijf jaar. Het OM beschuldigt twee verdachten van poging tot doodslag. De rechter doet binnenkort uitspraak.